fbpx

Drijfhout is een project van iStoires in samenwerking met de dienst Cultuur van de stad Oostende en bibliotheek Kris Lambert. Tussen 15 januari en 1 april 2017 konden auteurs zich laten inspireren door het werk van Léon Spilliaert en verhalen insturen die zich afspelen in Oostende.

Mijn kortverhaal ‘Dansende golven’ werd geselecteerd en op de website van Drijfhout gepubliceerd, die nadien werd omgedoopt tot Drijfgoud.

Voor Dansende golven liet ik mij inspireren door een legende over de vuurtoren van Oostende en mijn eigen personage Miramar uit de Miramar Mysteries, onze kortverhalenbundel van de FNWP. Mijmer mee met dit zeeverhaal.

Dansende golven

Op het uitgestrekte strand aan de oosteroever van Oostende zat een jongen in het zand. Hij staarde naar de golven die de zee aan land spoelde. Ze brachten enkel schuim, schelpen en nog meer zand met zich mee. Het water weerspiegelde wat hij binnenin voelde. Opgezweept door de wind rolden de golven over elkaar heen om als eerste het strand te bereiken. De jongen stak zijn kin de lucht in en liet de bries met zijn felrode haren spelen. De meeuwen die bij zijn komst opgeschrokken waren, streken een eind verder opnieuw neer. Een enkele meeuw bleef bij zijn poging tegen de wind in te vliegen ter plaatste hangen in de lucht. De jongen wachtte.

Het was opnieuw een vruchteloze dag geweest. Van op de treden bij de Dansende Golven had de jongen naar de dagtoeristen gekeken met uitgestoken handen. De ene sloeg zijn ogen neer, de ander lachte. Een oud vrouwtje had hem een medelijdende blik toegeworpen en een kind bracht hem een broodje. Vanaf de reling op de dijk keek de jongen naar de stalen golven die hoog boven zijn hoofd uiteenspatten. Ze herinnerden hem er elke dag aan dat hij de hoop niet mocht opgeven. Ze zouden terugkeren, hem komen halen. Hij staarde mijmerend over de grijze watervlakte. Nadien deed hij zijn ronde langs de koningspromenade. Met de munten die hij kreeg, kocht hij iets in de cafetaria van het zwembad. Soms enkel een zakje chips, maar soms was het genoeg voor een bord spaghetti met saus zo rood als zijn lange haren. Tegen het vallen van de avond keerde hij terug naar de haven en nam de laatste veerboot naar de oosteroever. Deze kant van Oostende was nog amper door de toeristen ontdekt, al deed Fort Napoleon wel zijn best. De jongen legde eerst zijn spullen op de matras in de bunker. Gelukkig had de politie zijn slaapplaats nog niet ontdekt. Zijn vorige bunker werd afgesloten toen hij een bende jongeren met drank en naalden had betrapt. Deze bunker lag dieper verscholen in de duinen. Hij verzamelde er alles wat hij kon gebruiken. Stukjes stof, een zaklamp, een sjaal die als kussen diende. Op het einde van de dag ging hij in het zand zitten om de golven uit de zee te staren. Nooit brachten ze hem waarop hij wachtte.

Deze avond kleurden de wolken donkergrijs en rood. Zijn kleuren. De lucht stond in lichterlaaie en tekende een pad van goud op de golven. De jongen sprong op. Hij liet het strand achter zich en rende naar de vuurtoren. De avondgloed kleurde de witte en blauwe cilindermuur rood. De jongen beklom de toren en zag nog net het laatste streepje zon in de donkere wolken zinken. Hoopvol keek hij uit over het water. Misschien zouden ze deze avond komen!

De jongen staarde in het zwarte water. Het licht van de vuurtoren scheen drie lange keren, dan een pauze. Morse voor de O van Oostende. De lichtgloed kleurde rood doorheen zijn vlammende haren.

Diep in zee dansten de golven.


1 Comment

Anne Humblet · April 4, 2017 at 9:27 pm

Wat fijn om jou zo te lezen! Ik zie je graag! Mama 

Leave a Reply

Your email address will not be published. Required fields are marked *